Een mooi voorjaar heeft het uitbreken van slakkenplagen iets geremd. Maar na een paar weken regen is het toch echt zover. De slakken kruipen weer in grote getale door de tuin. Op zich niets mis mee. Veel dieren leven van de dikke proteinen builtjes. Maar als je een mooie tuin hebt, met veel zaailingen, groenten ed. dan zijn de slakken erg vervelend.
Aanwezigheid van slakken
Als het niet regent, en de zon komt ‘s ochtends al een beetje door, dan is het soms lastig om er achter te komen dat je slakken in de tuin hebt. Bij droog weer schuilen de slakken overdag namelijk op vochtige donkere plekjes om te voorkomen dat ze uitdrogen danwel door vogels worden aangezien als een lekker hapje tussendoor. De aanwezigheid van onkruid in je tuin (en natuurlijk: Alle begroeiing) biedt de slakken schaduw, en zorgt ervoor dat de grond niet zo snel uitdroogt: Ideaal om schuilplekken voor de slakken op te leveren. Het enige wat er op wijst dat je slakken in de tuin hebt zijn de rijen afgevreten zaailingen (Een slak kan op een nacht makkelijk een meter kleine zaailingen met de grond gelijk maken). Op de grond is een zilverig vlies het enige dat je vertelt: Dat was een slak.
Slakkenplagen: oorzaken & voorkomen
Zoals het spreekwoord al zegt: Voorkomen is beter dan genezen. Zorg er dus voor dat je je tuin zo inricht dat de natuurlijke vijanden van slakken zich thuis voelen in de tuin. Minimaliseer het aantal schuilplaatsen voor slakken. Slakken overwinteren op beschutten plekjes, en de eerste slakken leggen eind maart, begin april de eerst eieren van het jaar. Om slakken later in het jaar tegen te gaan, is het dus de moeite waard om in maart alle slakken die je tegenkomt te verwijderen uit de tuin. Een goede manier is het wegvangen van de beestjes, om ze ergens anders weer uit te zetten. Hoewel slakken hermafrodiet zijn, betekent dit niet dat ze nooit geslachtelijk voortplanten. Als ze het doen, is dat een waar spectakel, wat slechts weinigen ooit bewust meemaken.
Natuurlijke vijanden
Slakken (zeker de huis bewonende soorten) worden vooral gegeten door vogels. Spreeuwen, merels en lijsters zijn dol op slakken. Bij voldoende slakken laten deze dieren soms ware kerkhoven van gebroken huisjes achter. Naast vogels, zijn ook sommige slangen en hagedissen fan van de slijmerige beestjes. Ook insecten, zoals de larven van loopkevers, alsmede duizendpoten, kikkers, padden en egels pikken graag een slakje mee. Als je zorgt voor een gevarieerde tuin met bomen voor vogels en een paar minder schoon gehouden stukjes met struiken en kruiden, waarin egels en anfibien kunnen overwinteren (Zie aanleggen amfibien muur) dan wordt je slakkenprobleem een stuk minder.
Slakken schuilplaatsen minimaliseren
Het verwijderen van plekken waar slakken zich kunnen verschuilen heeft als direct gevoelg dat ook de schuilplekken voor amfibien minder worden. Dus: Op een aantal plekken kan je deze acties odnernemen, om lokaal minder last van slakken te krijgen. Maar alle schuilplekken wegnemen leidt onherroepelijk tot een vermindering van de diversiteit in de tuin. Niet voor iedereen een probleem, maar wel als je een natuurlijke tuin nastreeft. Schuilplaatsen voor slakken zijn: Bergjes groenafval (Verzamel het op een plek; Leg tussen de struiken op afstand van je groentetuin een composthoop aan), Beschutte losse aarde met dichteplantengroei (zoals bv stukjes tuin die niet gebruikt worden waar onkruid door mag schieten) en losliggende stenen of stukken hout.
Slakken wegvangen
Een effectieve manier om de slakken kwijt te raken is door ze te rapen. Op een vochtige dag kan je ze uiteraard in de tuin zien kruipen. Maar ook als het droger is kan je ze verzamelen: Je kan in de avond met een zaklamp door de tuin lopen. Dan zijn ze in grote getale uit de schuilplaatsen gekropen en kan je ze bij elkaar rapen. Mocht dit je niet aanspreken dan kan je een paar bloempotten ondersteboven in de tuin zetten. Aan het einde van de dag maak je de potten goed nat. De slakken zullen je bloempot gaat gebruiken als schuilplaats, en in de ochtend kan je de potten legen. De slakken kan je dan in het plantsoen zetten, als je een beekje in de buurt hebt, des te beter. Zet de slakken in de buut van het water, en de kans is klein dat ze terug naar je tuin komen. Hou wel in de gaten dat je de vlezige delen vande slakken niet met de hand aanraakt: Ze hebben een stugge slijmlaag, welke vervelend vies aan je handen blijft kleven en zich zlecht laat afwassen.
Gif strooien
Heb je planten die je echt niet kwijt wilt, en slakken geen kans mogen krijgen, dan kan je slakkengif strooien. Echter, dit gif verteert een slak van binnenuit, en het is een bijzonder vervelende manier van doodgaan. Mijn persoonlijke mening: Gebruik zo min mogelijk. Feit is: Het is zeer effectief.