Nederland is in de ban van het tuinieren. Waar het zelf kweken van je groente lange tijd een gekke bezigheid voor bevlogen geitenwollensokken types was, zie je de laatste jaren steeds meer mensen een paar groenten in de tuin opkweken. In grootmoeders’ tijd groeide iedereen op met de groententuin, en wist bijna iedereen daarom wel hoe je nu eigenlijk planten opkweekt uit zaad. Echter, een groot deel van de mensen heeft hier geen ervaring mee, en heeft daarom moeite met het opkweken van planten uit zaad. Daarom hier een paar tips om ook jouw zaaisel te laten slagen.
- Gebruik verse zaden. Zaad verliest na verloop van tijd aan kiemkracht. Zaad dat meerdere jaren oud is, komt daardoor vaak niet op.
- Zaai op het juiste moment. Het klinkt vanzelfsprekend, maar toch zie je mensen die in oktober tomaten zaaien. Elke plantensoort heeft een bepaalde hoeveelheid licht en een bepaalde temperatuur nodig. Dus hou bij het zaaien rekening met de zaaitijden.
- Zaai in bakjes met gaten onderin. Niet vanzelfsprekend voor iedereen. Planten hebben water nodig. Uitdrogen is niet goed voor je zaaisel. Maar te nat staan ook niet. Zonder op de biologische verklaring in te gaan: Plantenwortels kunnen gaan rotten als er te veel water in de grond zit. Dus zorg ervoor dat een teveel aan water weg kan. Het potje of bakje kan natuurlijk wel gewoon op een schoteltje staan.
- Druk aarde niet aan. Veel mensen hebben de neiging om na het zaaien de grond lekker aan te drukken. Dit is niet nodig, en werkt eigenlijk contraproductief. Als je na het zaaien water geeft, zakt de aarde iets in, maar blijft lekker los. Dat vinden jonge plantenwortels prettig.
- Zet zaailingen in het licht. Ook vanzelfsprekend? Planten hebben licht nodig om te groeien. Als je te weinig licht, en te veel warmte geeft gaan de planten heel lang, dun en slap groeioen (Etoileren). Oplossing: Koeler zetten, en meer licht geven.
- Verspeen zaailingen niet te vroeg. Als je planten in een bakje zaait, staan ze meestal te dicht op elkaar om uit te kunnen groeien. Dus moet je ze uit elkaar halen en in afzonderlijke postjes zetten (verspenen). Doe je dit als de planten nog erg klein zijn, is de kans op beschadiging te groot. Over het algemeen kan je er vanuit gaan dat als er 2 echte bladeren zijn, de plant enige sterkte begint te krijgen en dan kan je gaan verspenen. Dit doe je idealerwijs door de aarde in een bakje water uit te spoelen, of -als je met veel tussenruimte gezaaid hebt- door de plantjes met een stokje of te scheiden. Gewoon aan het plantje trekken leidt tot beschadigingen.
- Gebruik voorzaaipotjes of zaaitabletten. Het verspenen van zaaisels is een van de hoofdredenen voor mislukking bij mensen die hier geen ervaring mee hebben. Dit los je op door de planten afzonderlijk in kleine potjes of trays met gaten te zaaien. Of door zaaitabletten te gebruiken. Dan heeft elk plantje zijn eigen kluitje.
