Bladluis op de tuinbonen voorkomen.
Iedereen die tuinbonen gekweekt heeft kent het probleem. De bonen zijn de grond nog niet uit, of aan de groeipunten zie je overal bladluizen zitten. Op de een of andere manier zijn tuinbonen ware bladluis magneten. Maar.. Je kan de effecten iets voorkomen. Door vroeg te zaaien heb je er minder last van.
Wanneer tuinbonen zaaien?
Tuinbonen kiemen al bij lage temperaturen en zijn behoorlijk vorstbestendig. Dus kan je ook al vroeg zaaien. ALs je halverwege februari de bonen in de grond hebt zitten ben je op tijd om de vroegste kieming te halen. Hiermee zorg je ervoor dat de bonen al boven de grond zijn voor de bladluizen actief zijn. Daarnaast groeien de planten minder snel, en zijn daardoor ‘taaier’ met dikkere stevigere structuren die minder aantrekkelijk zijn voor luizen. Alles bij elkaar dus een groot voordeel bij het vroeg zaaien.
Hoe tuinbonen zaaien
Tuinbonen worden vrij diep gezaaid. Een diepte van 5 cm is absoluut prima. Als je tuinbonen zaait, dan zaai je de bonen 10 cm uit elkaar op rijen. Tussen de rijen hou je 60-80 ruimte. Op die manier krijg je de hoogste opbrengst per vierkante meter.
Zorg ervoor dat de planten niet uitdrogen tijdens de bloei. Bij droogte tijdens de bloei wordt slecht vrucht gezet en wordt de opbrengst erg laag.
Oogst de bonen als de vruchten rond de 2 cm dik zijn. Je kan om te bekijken even een peul open maken. Als de vruchten 2-3cm lang zijn, en dus nog niet compleet volgroeid, zijn ze het lekkerste. Als ze beginnen te rijpen, worden de tuinbonen harder en wat bitter. Ik heb ze liever jong, zodat je ze met kokend water kan overgieten en dan meteen kan eten. Dan is de schil van de boon ook nog niet taai.
